Om de rol van zinsdelen te laten zien worden rolkenmerken gebruikt:
- nominatief
- Een aantal zinsdelen, vooral het onderwerp, is daaraan te herkennen dat ze geen rolkenmerk hebben. Afwezigheid van een rolkenmerk noemt men nominatief.
- accusatief
- De rol van lijdend voorwerp en ook een aantal andere rollen zijn te herkennen aan de uitgang N. Die uitgang noemt men accusatieve uitgang of kortweg accusatief.
- voorzetsels
- Heel veel uiteenlopende rollen van zinsdelen zijn te herkennen aan woordjes, die men voorzetsels noemt.