Naar de inhoud

Enkelvoud betekent dat je het over één iets hebt. Meervoud betekent dat er meer zijn dan één. Meervoud wordt in Esperanto aangegeven met de uitgang J. J-uitgangen worden gebruikt bij zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden en bij tabelwoorden die eindigen op U en A.

Enkelvoud Meervoud
(unu) tago - (één) dag (pluraj) tagoj - (meerdere) dagen
(unu) granda domo - (één) groot huis (tri) grandaj domoj - (drie) grote huizen
ilia granda domo - hun grote huis iliaj grandaj domoj - hun grote huizen
alia homo - een ander mens (iemand anders) aliaj homoj - andere mensen
la unua tago - de eerste dag la unuaj tagoj - de eerste dagen
iu - iemand iuj - sommigen (meerdere iemanden)
tiu homo - dat mens (dat persoon) tiuj homoj - die mensen (die personen)
tia speco - een dergelijke soort tiaj specoj - dergelijke soorten
La kato estas nigra. - De kat is zwart La katoj estas nigraj. - De katten zijn zwart
Ĝi estas granda, sed bela. - Het is groot, maar mooi Ili estas grandaj, sed belaj. - Ze zijn groot, maar mooi
Vi estas bela. - Je bent mooi Vi estas belaj. - Jullie zijn mooi
Ĉiu miris pri tio. - Ieder verwonderde zich daarover. Ĉiuj miris pri tio. - Allen verwonderden zich daarover.
Kia estis la respondo? - Wat voor antwoord was het? Kiaj estis la respondoj? - Wat voor antwoorden waren het?

Als je een N-uitgang hebt, komt die na de J: tagojn, grandajn, aliajn, nigrajn, iliajn, tiujn, neniajn.

Als het bijvoeglijk naamwoord meerdere zelfstandig naamwoorden beschrijft, moet hij een J-uitgang hebben, want de betekenis van het woord is meervoud:

  • La tablo kaj la seĝo estas eluzitaj. - De tafel en de stoel zijn versleten.

    Eén tafel en één stoel zijn samen twee dingen. Ze zijn allebei versleten.

  • En la ĉambro estis verdaj seĝo kaj tablo. - In de kamer is er een groene stoel en tafel.

    Er is daar een groene stoel en een groene tafel.

Soms staat een bijvoeglijk naamwoord naast een zelfstandig naamwoord met een J-uitgang, maar beschrijft hij naar betekenis slechts één van de meerdere dingen. In zulke gevallen krijgt het bijvoeglijk naamwoord geen J-uitgang:

  • Tie staris pluraj grandaj kaj unu malgranda tabloj. - Daar stonden meerdere grote tafels en één kleine tafel.

    Hoewel malgranda hoort bij het woord tabloj krijgt hij geen J, want het beschrijft slechts één van de meerdere tafels.

  • Mi volas verdan kaj ruĝan krajonojn. = ...unu verdan krajonon kaj unu ruĝan krajonon. - Ik wil een groene en een rode potlood.
  • Venis Franca kaj Germanaj gastoj. = Venis unu Franca kaj pluraj Germanaj gastoj. - Er kwamen één Franse en meerdere Duitse gasten.

Een bijvoeglijk naamwoord in meervoud samen met meerdere zelfstandig naamwoorden in enkelvoud kan soms overkomen als een rare combinatie, hoewel het wel helemaal logisch is. Zamenhof vermeed vaak dit soort combinaties, en maakte dan gebruik van een bijvoeglijk naamwoord in enkelvoud, voornamelijk wanneer het bijvoeglijk naamwoord een bezittelijk voornaamwoord was, of als het ging om meerdere abstracte zelfstandig naamwoorden:

  • Mia frato kaj fratino = mia frato kaj mia fratino = miaj frato kaj fratino. - Mijn broer en zus.

    Tegenwoordig gebruikt men liever de vorm miaj frato kaj fratino.

  • La simpla lernado kaj uzado de Esperanto. - Het simpele leren en gebruik van Esperanto.

    De simpla voor uzado wordt hier niet opgeschreven maar wel geïmpliceerd. Je kan ook zeggen dat lernado kaj uzado als geheel één concept vormt.

Zamenhof vermeed ook vaak om meerdere bijvoeglijk naamwoorden in enkelvoud samen met één zelfstandig naamwoord in meervoud te gebruiken:

  • Estis inter la sepa kaj oka horo vespere. = ...la sepa kaj (la) oka horoj... - Het was tussen zes en acht uur 's avonds. (Letterlijk: het zesde en (het) achtste uur)

    Tegenwoordig is het wellicht aan te raden inter la sepa kaj oka horoj te zeggen (of inter la sepa horo kaj la oka).

Terug naar boven