Naar de inhoud

Hoeveelheid-woorden gedragen zich soms op een bijzondere manier. Woorden met een betekenis van hoeveelheid kunnen zelfstandige naamwoorden zijn (multo, kelko e.d.), bijvoeglijke naamwoorden (multa, pluraj e.d.), bijwoorden (multe, sufiĉe e.d.), en bijwoordachtige woorden (pli, tiom e.d.).

Zelfstandige naamwoorden van hoeveelheid

Zelfstandige naamwoorden van hoeveelheid gedragen zich als normale zelfstandige naamwoorden. Dikwijls worden ze omschreven met een da-uitdrukking, die aangeeft waaruit de hoeveelheid bestaat:

  • Kiam mi ien veturas, mi neniam prenas kun mi multon da pakaĵo. - Als ik ergens heen rij, neem ik nooit veel bagage mee.

Grammaticaal gezien is het hoeveelheid-woord het hoofdwoord, maar op basis van de betekenis is de da-uitdrukking belangrijker. Soms behandelt men het zelfstandig naamwoord van een dergelijke da-uitdrukking alsof het een hoofdwoord zou zijn:

  • Tiam grandega multo da vortoj fariĝus en la skribado tute nediferencigeblaj unu de alia. - Dan zouden heel veel woorden in het schrift totaal niet te onderscheiden zijn van elkaar.

    Nediferencigeblaj houdt grammaticaal gezien verband met multo, maar heeft een J-uitgang, omdat het op basis van de betekenis heel sterk gelijkt op vortoj. Eigenlijk zou de zin heel vreemd lijken, als men nediferencigebla zou schrijven zonder J, omdat de daaropvolgende uitdrukking unu de alia wijst op veel individuen. Vergelijk met het volgende voorbeeld: Grandega multo da vortoj fariĝas tute senbezona por lernado.

In plaats van multo en malmulto verkiest men meestal de bijwoordelijke vormen multe en malmulte.

Bijwoorden van hoeveelheid

Bijwoorden van hoeveelheid komen dikwijls voor in zinnen alsof het om zelfstandige naamwoorden gaat die fungeren als onderwerp, object enz... In de praktijk gaat het bijna altijd over multe, sufiĉe, kelke en hun varianten. Een dergelijk gebruik van kelke is vandaag nochtans heel zeldzaam:

  • En la kelo troviĝas multe da rubaĵoj. - In de kelder ligt veel vuil.

    Multe is onderwerp. Men kan ook zeggen multo da rubaĵoj.

  • El ŝia buŝo eliris kelke da perloj kaj kelke da diamantoj. - Uit haar mond kwamen enkele parels en enkele diamanten.

    De twee kelke zijn onderwerp van eliris. Men zou ook kunnen zeggen kelko da perloj/diamantoj, maar kelko wordt nagenoeg nooit gebruikt. Vandaag gebruikt men meestal kelkaj: kelkaj perloj, kelkaj diamantoj

  • La riĉulo havas multe da mono. - De rijke heeft veel geld.

    Multe is een object, maar het kan de uitgang -N niet krijgen, omdat het een bijwoord is.

  • Mi havas sufiĉe da laboro. - Ik heb werk genoeg.

Op dezelfde manier kon men bijwoordachtige hoeveelheid-woordjes gebruiken:

  • Ĉu vi scias, kiom estis da mortigitoj? - Weet je hoeveel doden er waren?

    Kiom is het onderwerp van estis.

  • Prenu tiom da mono, kiom vi volas. - Neem zoveel geld als je wil.

    Tiom en kiom zijn objecten.

  • Pri tiom da feliĉo mi eĉ ne sonĝis, kiam mi estis ankoraŭ la malbela anasido! - Over zoveel geluk had ik zelfs niet gedroomd, toen ik nog het lelijke eendje was.

    Tiom is een pri-bepaling.

  • Restas ankoraŭ iom da problemoj. - Er blijven nog wat problemen.

    Iom is een onderwerp.

  • Observu pli da ordo! - Hou meer orde!

    Pli is een object.

  • Tro da kuiristoj kaĉon difektas. - Teveel koks bederven de brij.

    Tro is onderwerp.

Als een bijwoord van hoeveelheid gevolgd wordt door een da-uitdrukking, kan het dikwijls lijken alsof niet het bijwoord het hoofdwoord is, maar het zelfstandig naamwoord van de erop volgende da-uitdrukking. Op basis van de betekenis is de da-uitdrukking eigenlijk belangrijker, maar grammaticaal gezien is het bijwoord wel degelijk het hoofdwoord. Maar als een bijwoord van hoeveelheid met een da-uitdrukking een omschrijving heeft, linkt men de omschrijving meestal aan de da-uitdrukking, hoewel die niet het hoofdwoord is: Multe da akvo estis verŝita sur ĝin. Maar als de da-uitdrukking ontbreekt, kan men de omschrijving linken aan het bijwoord, en bijgevolg consequent de E-vorm gebruiken: Multe estis farite.

Bijvoeglijke naamwoorden die een hoeveelheid aangeven i.p.v. bijwoorden van hoeveelheid

Dikwijls kan men een bijwoord van hoeveelheid vervangen door een bijvoeglijk naamwoord van hoeveelheid. Dan wordt het zelfstandig naamwoord uit de da-uitdrukking het hoofdwoord en verdwijnt da:

  • En la subtegmento troviĝas multaj malnovaj vestaĵoj....multe/multo da malnovaj vestaĵoj. - Op zolder bevinden zich veel nieuwe kleren. ≈ ...veel/een grote hoeveelheid oude kleren.
  • La riĉulo havas multan monon....multe/multo da mono. - De rijke heeft veel geld. ≈ ...veel/een grote hoeveelheid geld.

Er is nochtans een nuanceverschil. Multaj en kelkaj worden nu eens gebruikt voor individuele, aparte zaken, dan weer voor een gezamenlijke onscheidbare massa. Multe en kelke mogen alleen gebruikt worden voor een onscheidbare massa. Men kan dus niet zeggen: Kelke da homoj sentas sin la plej feliĉaj, kiam ili vidas la suferojn de siaj najbaroj. Men moet zeggen Kelkaj homoj..., want het gaat over de gevoelens van elke individuele mens.

Graad en hoeveelheid

Graad en hoeveelheid zijn verschillende zaken, maar soms liggen ze dicht bij elkaar.

Tre en multe

  • tre = "in grote mate, met een grote intensiteit"
  • multe = "in grote hoeveelheid, van lange duur, herhaaldelijk"

Bij bijvoegelijke naamwoorden en bijwoorden gebruikt men bijna altijd tre, maar men kan multe gebruiken, als men duidelijk een hoeveelheid of een frequentie bedoelt. Bij werkwoorden gebruikt men meestal multe, omdat het normaal gezien gaat over een hoeveelheid of een frequentie, maar men gebruikt ook tre, als men een graad of intensiteit wil aangeven:

  • Ĝi estas tre bona. - Het is heel goed.
  • Tie troviĝas tre grandaj domoj. - Daar staan heel grote huizen.
  • Mi tre ŝatas Berlinon. = Mi intense ŝatas Berlinon. - Ik hou heel erg van Berlijn.=Ik hou intens van Berlijn.
  • Mi tre amas ŝin. = Mi intense amas ŝin. - Ik hou heel erg van haar.=Ik hou intens van haar.
  • Mi havas multe da mono. - Ik heb veel geld.
  • Ŝi multe pensis pri tio. = Ŝi longe pensis pri tio. - Zij dacht er veel aan.=Zij dacht er lang aan.
  • Kiu multe parolas, ne multe faras. - Wie veel praat, doet niet veel.
  • Li tre multe helpis al mi. - Hij hielp mij heel veel.

    Tre omschrijft multe. Multe omschrijft helpis.

Om pli en tro te beschrijven, gebruikt men multe:

  • Ĝi estis multe pli granda ol antaŭe. - Het was veel groter dan vroeger.
  • Ĝi fariĝis multe tro nigra. - Het werd veel te zwart.

Kiel en tiel

De tabelwoorden kiel en tiel geven niet alleen een manier aan maar ook een graad. Men gebruikt ze best in de gevallen dat men tre zou gebruiken:

  • Vi estas tiel bela, tiel bona kaj tiel honesta, ke mi devas fari al vi donacon. - Jij bent zo mooi, zo goed en zo eerlijk, dat ik me verplicht voel je een geschenk te geven.

    Men kan ook zeggen: tre bela, tre bona en tre honesta.

  • La nokto estis tiel malluma, ke ni nenion povis vidi eĉ antaŭ nia nazo. - De nacht was zo donker, dat wij niks konden zien zelfs niet vlak voor onze neus.

    Men kan zeggen: tre malluma.

Kiom en tiom

De tabelwoorden kiom en tiom geven een graad aan. Men gebruikt ze in de gevallen dat men multe zou gebruiken:

  • Mi volas tiom da terpomoj, kiom mi povas porti. - Ik wil zoveel aardappelen als ik dragen kan.

    Men kan zeggen: volas multe en povas porti multe.

  • Ŝi tiom laboris, ke ŝi fariĝis ĉefo de la firmao. - Ze werkte zo hard, dat ze hoofd van de firma werd.

    Men kan zeggen: multe laboris.

In plaats van multe verkiest men tiom, omdat multe een hoeveelheid-woord is: Nun li estis ja riĉa, havante tiom multe da mono. Ofwel …havante tiel multe da mono. ofwel ...havante tiom da mono.

"Tiom-kiom-isme"

Om een graad aan te geven gebruikt men soms kiom en tiom i.p.v. tiel en kiel, als men iets heel sterk wil benadrukken. Dit is helemaal correct. Alleen gebruiken sommige Esperantisten systematisch kiom en tiom i.p.v. kiel en tiel om een graad aan te geven, alsof men altijd benadrukt, bv.: Mi estas tiom forta, kiom vi. Vergelijk met de zin uit het Fundamento: Mi estas tiel forta, kiel vi. Dergelijk "tiom-kiom-isme" is volledig vreemd aan het Fundamento en aan het gebruik door Zamenhof. Bovendien verliezen tiom-kiom-isten de mogelijkheid om tiom en kiom te gebruiken om te benadrukken.

Terug naar boven